zondag, januari 18, 2015

Even tien jaar terug.

Mag ik dit jaar, af en toe teksten van tien jaar terug recycleren. Toen leefden we in een droger Zuidelijker gedeelte van Frankrijk, de Drôme en nu in een natter gedeelte, Bretagne. Beter of slechter? Ik weet het niet. Of ik weet het wel. Beter of slechter bestaat niet.

1 januari 2004: een oude Franse nieuwjaarswens ‘Au gui l’an neuf’


Met de maretak (Gui), met M. en met al de andere mensen en kruiden uit Bellegarde het nieuwe jaar ingewandeld.
Onze eerste wandeling op de eerste dag van het nieuwe jaar. We volgen het pad 87 achter het huis van de familie Ditman naar omhoog. Mijnheer en mevrouw Ditman versieren in de zomer zowat 500 meter straat, oprit naar hun huis en geven ons zo de indruk dat ook de straat van hen is. De rest van de vallei (hellingen, beek en weiland) is ook echt hun eigendom en ik eigen (dom) het mij  met mijn ogen en
mijn neusgaten nu ook een beetje toe. Misschien heeft een mens daar meer aan dan het materieel bezit ervan. Wel de lusten en niet de lasten van het landschap.

Paraplu op Praloubeau
Bij een klein colletje klimt pad 88 verder naar de grote col, maar dat is niet voor vandaag, wij dalen naar een ander valleitje Combe Limbert. Een prachtige plek met een oude boerderij tot voor kort in gebruik door Rolf en Rosie als gîte en chambre d’hôte voor motorfanaten. Helaas met de vele regen van begin december is de hele berg met huis en al een beetje gezakt. Niet veel maar genoeg om het hele gebouw te ontwrichten en het onbewoonbaar te maken. Rolf en Rosie wonen nu verderop bij de weg naar Bellegarde in een huisje dat ze eerder als vakantieverblijf verhuurden. De natuur in Bellegarde, mooi maar ook een beetje meedogenloos, zeker in de winter.

We zijn eigenlijk 14 dagen op retraite in de bergen van Bellegarde-en-Diois. In een leeg huis, een ruimte met alleen maar een matras en een flesje lavendelolie. Zonder radio of TV, geen muziek maar wel enkele boeken en een laptop.
De keuken met 1 tafel, 2 stoelen en een houtkachel. Een vuur dat we brandend houden met afvalhout, vloerplanken en antieke balken uit het huis van onze buren.

S’avonds in het hotelletje volgen we een gesprek tussen ‘un professeur de yoga’ en anderen over het vasten (le jeune) en over (weer eens) alles is geest, of materie bestaat niet. Zelf heb ik alleen maar gedacht en gezwegen, ook al omdat mijn Frans niet goed genoeg is om filosofische gesprekken te voeren. Gelukkig maar! Gedacht heb ik dus wél en ik dacht, geef mij toch maar ‘de geest van de materie’. De geur van hout en roet, de ruwheid van oude planken, de krassen van bramen op mijn huid, het tateren van Tineke (heel even maar). En, ik dacht ook, maar deed het niet, als ik de professeur nu een klap op zijn kop geef, zou hij dat ook als geest-ig ervaren?

Ik kom nog steeds elk jaar een week in Bellegarde, heb er nog altijd een grote, nu wel verwilderde kruidentuin en organiseer er nog steeds een kruidenstage. Geen heimwee, maar gewoon mooi om je leven door de jaren heen vluchtig vorm te kunnen geven. De tijd is er om hem te beleven.

https://sites.google.com/site/kruidwis/

Geen opmerkingen: